De boeggolf is terug
De productie heeft de sprong naar het woondeal tempo nog niet gemaakt. Wel sitten er voor de komende 4 jaar extreen veel woningen in de planning. Daarmee zou een flinke sprong in de productie mogelijk moeten zijn. Een verschil met het verleden is wel dat in ide boeggolf relatief veel nieuwe plannen zitten en dat er zeer concrete knelpunten zijn aangegeven voor verschillende locaties.
Met name netcongestie, nezwaren en haalbaarheid en onrendabele top zijn kritisch. De verwachting is dan ook dat de boeggolf niet in hetzelfde tempo zal worden gerealiseerd als in het verleden toen eengrote spring in de productie werd gemnaakt het geval was.
Voor de perode 2030-2040 is de monitor nog relatief leeg. Dat is wel zorgwekkend omdat het jaar 2030 al om de hoek ligt. Met de focus op de eerste woondealperiode is het risico dat het vervolg niet voldoende aandacht krijgt. De totale planvoorraad komt nog niet in de buurt van de 40.000. Bovendien is met de nieuwe planning ook een andersoortige analyse nodig. De verwachting is dat de moeilijkheidsgraad van plannen toeneemt. Dan is het plan belang om vanaf het begin ook scherp te kijken naar de haalbaarheid in relatie tot de programmering.
Een belangrijk thema van de regionale woonagenda was de flexibiliteit in de woningprogrammering. Met de woondeal is een vrij stringent programma opgelegd, dat ook een uitwerking krijjgt op locatie. Het risico is dat daarmee de oude doelstelling van flexibiliteit aan de aandacht ontsnapt.
Haalbaarheid vraagt meer aandacht. De programmadoelstellingen zijn daarbij van essentieel belang. Een woonprogramma met 30% goedkopere en middenkoop heeft een andere residuele opbrengst dan een vrij woningprogramma. Die lagere grondwaarde zou tot uiting moten komen in de verwervingsprijs. De enige kan dat dat gebeurt is als in een vroeg stadium op regionaal niveau scherp wordt neergezet wat de programmatische randvoorwaarden van de ontwikkeling zijn.
Tegelijk komt met het vinden van nieuwe locaties het omgekeerde flexibiliteitsvraagstuk ook weer op de agenda te staan. Het blijft van belang zo te plannen dat ook weer kan worden teruggeschakeld. Dat betekent dat na de inventarisatie van nieuwe locaties de vraag aan de orde is welk grondbeleid hoort bij de nieuwe ontwikkelopgave.